De gemeente Heeze-Leende erkent zelf dat het in het verleden niet altijd goed ging met burgerparticipatie. Een sprekend voorbeeld: de enquête in 2015 over de verplaatsing van de Albert Heijn in Heeze. Inwoners mochten kiezen uit vier locaties, maar niet aangeven dat ze helemaal géén verplaatsing wilden. “We mochten kiezen uit vier slechte opties,” klonk het toen. Het illustreert een fundamenteel probleem: inwoners voelen zich vaak niet serieus genomen. Relevant, want het betrof het centrumgebied rond ’t Perron – hetzelfde gebied dat nu opnieuw in de belangstelling staat met het “Centrumplan Heeze.”
Vertrouwen komt te voet en vertrekt te paard
Uit een gemeentelijk rapport uit 2021 blijkt dat vooral oudere inwoners (45-69 en 70+) het vertrouwen in participatie zijn kwijtgeraakt. Hun conclusie: “de gemeente doet toch wat ze zelf wil.” Daar komt bij dat vooral een kleine, bekende groep inwoners participeert. Frank Swolfs, communicatieadviseur, noemt in dezelfde gemeente podcast dit fenomeen van de “usual suspects” een hardnekkig probleem. Wethouder Paul Sterk erkent dat de invloed van inwoners in het verleden “niet zo zichtbaar was. En dan gebeurt er niks – of te weinig.” Een eerlijke constatering. Maar waarom is dat jarenlang zo gebleven?
Nieuwe aanpak, nieuwe hoop?
De gemeente zegt het nu anders te willen doen. “Kwalitatief beter beleid en meer draagvlak,” aldus Swolfs, door ook minder zichtbare groepen te betrekken. Er ligt geen kant-en-klare aanpak. Sterker nog: inwoners mogen zelf meedenken over hóé participatie eruit moet zien. Sterk zegt letterlijk: “Ik weet niet wat onze inwoners en gemeenteraad vinden van hoe wij participatie moeten gaan vormgeven.” Transparant klinkt het zeker. Ook het “uitdaagrecht” – waarbij inwoners zelf taken of budgetten mogen overnemen – wordt gepresenteerd als concrete stap. “Een behoorlijke winst,” noemt de wethouder het.
Maar de praktijk wringt
Tegelijkertijd roept het verleden vragen op. De laatste raadpleging van het burgerpanel dateert van 2021 – vier jaar geleden. Volgens de gemeentelijke website is het panel sindsdien niet meer geactiveerd. Dat wringt, zeker bij een gemeente die participatie nu bovenaan de agenda zegt te zetten. Ook bij toerisme en recreatie lijkt vooral geluisterd te worden naar gevestigde ondernemersorganisaties. In de Omgevingsvisie worden weliswaar inwoners genoemd, maar het accent ligt sterk op economische kansen. En dan is er nog ’t Perron. Volgens beschikbare informatie zijn noch huurders, noch gebruikers actief betrokken bij de toekomstplannen. Zij verkeren nog altijd in onzekerheid. Dat past slecht bij de nieuwe belofte van vroege en brede betrokkenheid.
Intentie of verplichting?
De gemeente noemt een “oprechte wens tot verbetering,” maar ook een “wettelijke drang” als motivatie. De vraag is dan ook gerechtvaardigd: wat gebeurt er als die wettelijke druk wegvalt? Is participatie dan nog steeds prioriteit – of slechts een verplicht nummer?
De echte test moet nog komen
Erkenning geven waar het hoort: de gemeente toont reflectie en ambitie. En dat verdient respect. Maar mooie plannen zijn niet genoeg. Vertrouwen bouw je niet met beloftes, maar met daden. De echte lakmoesproef komt pas als participatie politiek gevoelig wordt. Als meningsverschillen opspelen. Als er echt iets op het spel staat. Dan zal blijken of het gemeentebestuur bereid is macht en invloed te delen. “De politiek behoort toe aan de inwoners – niet andersom. Zij zijn de bron van legitimiteit, niet slechts het publiek aan de zijlijn.”. 1Kempen volgt dit proces met grote belangstelling.